In veel therapieën wordt tegenwoordig het concept ‘mentalisatie’ gebruikt. Het vermogen tot mentaliseren wordt namelijk gezien als een belangrijk onderdeel van psychische gezondheid. Steeds meer therapieën bouwen daarom een ‘mentalization-based treatment’ (vertaald: op mentaliseren gebaseerde benadering) in; een behandeling die gericht is op het vergroten van iemands vermogen tot mentaliseren.
Mentaliseren betekent dat u gedrag van uzelf en anderen kunt begrijpen door ze te koppelen aan mentale toestanden. Mentale toestanden zijn overtuigingen, wensen, gevoelens en gedachten; deze bepalen welk gedrag wij vertonen.
Om te kunnen mentaliseren moet u zich kunnen voorstellen wat andere mensen zouden kunnen denken of voelen, en begrijpen dat dit anders kan zijn dan wat u zelf denkt en voelt. Maar mentaliseren gaat ook over herkennen van uw eigen gedachten en gevoelens. Soms zijn we ons niet bewust van ons eigen gedrag, en reageren we als het ware ´automatisch´ op iets. Door te mentaliseren kunnen we stilstaan bij ons eigen gedrag en onderzoeken welke gedachten en gevoelens erachter schuilgaan.
Mentaliseren is onder andere belangrijk in sociaal contact met anderen, omdat het ervoor zorgt dat we op een gepaste manier reageren op de ander. Wanneer we in een gesprek met een ander door middel van mentalisatie kunnen herkennen wat de emotionele toestand van onze gesprekspartner is, passen we onze houding, gezichtsuitdrukking en toon daarop aan. Als we niet in staat zouden zijn om te mentaliseren zouden we niet herkennen dat onze gesprekspartner bijvoorbeeld verdrietig is, en maakten we de fout om lachend tegenover een verdrietig persoon te zitten.
Wanneer mensen problemen hebben met mentaliseren kunnen ze er moeite mee hebben om het verschil te zien tussen hun eigen gedachten en de realiteit. Ook kan het zijn dat ze het lastig vinden om te bedenken dat er meerdere motieven achter iemands gedrag kunnen zitten. Als iemand bijvoorbeeld gaapt, betrekken ze dat op zichzelf door te denken ‘ik ben saai’. Hierbij zien zij andere motieven over het hoofd, bijvoorbeeld dat degene die gaapt slecht geslapen heeft vannacht. Vervolgens gaan ze hun eigen gedrag hier weer op aanpassen, bijvoorbeeld door zich terug te trekken omdat ze denken dat de ander hen saai vindt.
Mentaliseren, en problemen daarmee, spelen een belangrijke rol in psychische problemen.
Bij een verslaving staat bijvoorbeeld impulsief gedrag erg op de voorgrond. Wanneer men door een beperkt vermogen tot mentaliseren niet in staat is om zijn/haar eigen gevoelens, gedachten en verlangens te herkennen, is het ook heel lastig om impulsen te onderdrukken. Herkent een persoon die lijdt aan een verslaving niet dat hij/zij al dagen stress en trek in het middel heeft, dan zal het lastiger zijn om op tijd in te grijpen en middelengebruik te voorkomen.
Mentaliseren kan ook behulpzaam zijn bij onverklaarde lichamelijke klachten. Een cliënt blijft bijvoorbeeld vragen om medicijnen tegen vermoeidheid, waarbij hij/zij dus alleen bezig is met het lichamelijke effect hiervan, en niet mentaliserend stilstaat bij wat er innerlijk met hem/haar gebeurt wat de vermoeidheid veroorzaakt of verergert.
Door mentaliseren leren we dat onze eigen gedachten niet gelijk staan aan de werkelijkheid. Iemand die lijdt aan een depressie heeft veelal last van een lage zelfwaardering. Door mentaliseren te bevorderen kan men inzien dat deze negatieve gedachten over zichzelf slechts ideeën zijn, en niet gelijk staan aan de werkelijkheid.
Mensen met een persoonlijkheidsstoornis zijn ook vaak in beperkte mate in staat tot mentaliseren.
Mentaliseren is een vaardigheid die grotendeels aangeboren is. Het is dus bij iedereen aanwezig, maar bij sommige mensen is het nog onvoldoende ontwikkeld. Bij deze mensen kan een ‘mentalization-based treatment’ helpen, gericht op het leren mentaliseren. De coach/therapeut moedigt de cliënt in zo’n behandeling aan om constant bewust stil te staan bij zijn/haar eigen ervaring, gedachten en gevoel die een verklaring kunnen zijn voor wat de cliënt zegt of doet. Daarnaast wordt er door de cliënt nagedacht over ervaringen, gedachten en gevoelens die een ander zou kunnen hebben en wat deze zeggen over het gedrag van de ander. In een groepstraject worden de cliënten gevraagd om deze ervaringen, gedachten en gevoelens met elkaar uit te wisselen om zo te leren hoe deze van elkaar kunnen verschillen. Er worden steeds meer oefeningen ontwikkeld die helpen om stil te staan bij gevoelens van onszelf en anderen.
Geschreven door Emmy van der Peet, psycholoog.