Verslaving blijft een lastig onderwerp binnen de samenleving. U ontwikkelt een verslaving nooit van de ene op de andere dag, hier gaat vaak een geruime tijd van gebruik aan vooraf. Hoe kan het nou dat u niet verslaafd raakt bij regelmatig gebruik, maar uw buurman wel? Hoe komt het dat uw buurman hier gevoeliger voor is? Vaak is het ook voor familie en vrienden van een verslaafde een moeilijk en onbegrepen onderwerp.
Denkt u eens in dat u iedere dag thuis komt van uw werk, uw jas uit doet, iets te drinken pakt, op de bank gaat zitten en de tv aan zet. Het is een gewoonte voor u geworden om dit iedere dag te doen. Dit geldt eigenlijk ook voor mensen die verslaafd zijn aan een middel. Vaak hebben zij een bepaalde gewoonte ontwikkeld in hun manier van gebruiken, waardoor bepaalde situaties het heel lastig maken om nee te zeggen. In dat geval kunnen mensen dus ook geestelijk verslaafd zijn; verslaafd aan het gebruik in bepaalde situaties.
Daarnaast kunt u aan veel middelen ook lichamelijk verslaafd raken. Hoe verslaving op het lichaam werkt is relatief makkelijk uit te leggen met een voorbeeld: Op het moment dat u gaat hardlopen, maakt uw lichaam dopamine aan. Dit is een stofje in uw hersenen dat ervoor zorgt dat u zich prettig voelt. Atleten hoort u vaak ook zeggen “Hardlopen is verslavend” en in zekere zin klopt dit wel. Dit komt doordat atleten gewend zijn aan de dopamine die steeds wordt aangemaakt door hun hersenen als ze hardlopen.
Drugs hebben een soortgelijke werking op de hersenen. Op het moment dat u drugs gebruikt krijgen uw hersenen door deze drugs ook dopamine aangereikt waardoor u zich even extra ‘lekker’ voelt. Uw hersenen krijgen, net als bij het hardlopen, een boost. De dopamine werkt als een beloning, waardoor u in de toekomst sneller geneigd zult zijn om opnieuw drugs te gaan gebruiken.
In het begin van het drugsgebruik geven deze “voel-je-goed stofjes” nog een extra boost aan uw hersenen, waardoor u zich extra lekker voelt. Echter, wanneer iemand langer drugs gebruikt zal hij/zij steeds meer drugs nodig hebben om hetzelfde ‘lekkere’ gevoel te krijgen. Dit komt doordat uw hersenen lui worden; ze maken steeds minder dopamine aan.
Uiteindelijk maakt uw lichaam zelf nauwelijks nog dopamine aan, waardoor u steeds meer behoefte krijgt aan de drugs. Uw lichaam wil dit evenwicht herstellen en zich goed voelen, maar kan dit zelf niet meer. Dan ontstaat de “zucht”, de intense drang om drugs te gebruiken, uw lichaam kan niet meer zonder. Logisch dus dat verslaving een hersenziekte genoemd wordt.
Gelukkig kan uw lichaam hier ook weer van herstellen en weer leren om zelf deze dopamine aan te maken. Dit kan echter maanden tot zelfs jaren duren, waardoor een verslaving zo hardnekkig is. Iemand die een verslaving heeft overwonnen, zal voor de rest van zijn leven gevoelig zijn voor deze hersenziekte.
Technieken uit de Cognitieve Gedragstherapie (CGT) kunnen uitkomst bieden bij verslaving. Hierbij leert u zowel het gedrag als het denken over uw gedrag te veranderen.
Merkt u dat u of iemand in uw omgeving last heeft van een verslaving? Neem dan zelf of samen contact op met een van de praktijken van Direct-psycholoog.
Geschreven door Shirley Arfman, psycholoog in opleiding