Het type hechting dat iemand heeft, bepaalt voor een deel hoe diegene zich voelt en gedraagt in een relatie. Hechting zegt iets over de band die iemand met speciale mensen in zijn of haar leven heeft. De Britse psychiater John Bowlby ontwikkelde een theorie over hechting. Volgens deze gehechtheidstheorie heeft elk mens, en ook elk dier, de innerlijke drijfveer om zich aan anderen te hechten.
De vier hechtingstypen
De eerste persoon waar u zich als kind aan hecht is uw ouder of verzorger. De manier waarop ouders met hun kind omgaan, qua opvoeding, liefde, aandacht, et cetera, bepaalt voor het grootste gedeelte hoe de hechting van het kind zich ontwikkelt. John Bowlby’s studente Mary Ainsworth ontwikkelde de ‘vreemde situatietest’ waarmee de hechtingstypen van kinderen bepaald kunnen worden. In deze test wordt een kind met zijn/haar ouder in een ruimte geplaatst met speelgoed. Vervolgens komt er een voor het kind onbekend persoon binnen, en verlaat de ouder de ruimte. De manier waarop het kind hierop reageert, geeft informatie over het hechtingstype van het kind. Op basis van deze vreemde situatietest worden er vier hechtingstypen onderscheiden:
- Veilig gehecht: Een kind dat veilig gehecht is gebruikt zijn/haar ouder als veiligheidshaven. In de vreemde situatietest zullen deze kinderen langzaam de ruimte en het speelgoed gaan ontdekken, terwijl ze hun ouder in de gaten houden. Als de ouder de kamer verlaat zullen ze waarschijnlijk gaan huilen. Pas als de ouder terug komt zullen zij weer verder gaan met verkennen en spelen.
- Vermijdend: Een vermijdend kind lijkt niet te reageren op het verlaten van de ouder en gaat gewoon door met spelen en verkennen. Zij reageren in de vreemde situatietest ongeveer gelijk op de vreemdeling als op de ouder.
- Afwerend (ambivalent): Een angstig-afwerend kind blijft bij zijn/haar ouder, en gaat niet verkennen. Als de ouder de kamer verlaat en na een tijdje weer terugkomt in de ruimte, zijn deze kinderen boos. Deze kinderen vertonen dus tweezijdig gedrag. Aan de ene kant klampen ze zich vast aan hun ouder, maar aan de andere kant tonen ze hun woede en teleurstelling over het feit dat hun ouder is weggegaan door afwerend te reageren. De kinderen gebruiken de boosheid als straf voor de ouder.
- Gedesorganiseerd: Een gedesorganiseerd kind heeft het grootste onveiligheidsgevoel. Deze kinderen laten vaak tegenstrijdige emoties zien; bijvoorbeeld eerst huilen en dan plotseling beginnen te lachen. Ze kunnen in hun bewegingen abnormaal bewegen of juist bevriezen/verstarren. Deze kinderen wijzen hun ouder af bij terugkomst in de kamer; ze kijken de ouder bijvoorbeeld niet aan. De komst van de ouder lijkt de stress bij het kind eerder te verhogen dan te verlagen.
De rol van hechtingstypen in latere relaties
Wanneer men volwassen wordt gaat men zich losmaken van ouders door zich meer te hechten aan (beste) vrienden en een romantische partner. De gehechtheid met ouders gaat dan over in gehechtheid met een partner. Het hechtingstype van een persoon werkt door in de relatie met een partner:
- Mensen die veilig gehecht zijn hebben meestal stabiele relaties en zijn tevreden met hun relatie, zeker als hun partner ook veilig gehecht is. Veilig gehechte mensen hebben zowel vertrouwen in zichzelf als in hun partner. Ze durven hun gevoelens te tonen en zijn enerzijds niet bang voor intimiteit maar anderzijds ook niet om alleen te zijn. Ze hebben dus een evenwicht gevonden tussen zelfstandigheid en afhankelijkheid. Hierdoor ervaren veilig gehechte mensen weinig angsten en problemen binnen hun relatie.
- Een persoon met een vermijdend hechtingstype heeft vaak last van bindingsangst. Mensen met dit hechtingstype vinden het moeilijk om zich kwetsbaar op te stellen, te praten over hun gevoelens, en/of seksueel intiem te zijn. Deze mensen willen het vooral alleen doen, en zijn bang om autonomie te verliezen.
- Mensen met een afwerend (ambivalent) hechtingstype voelen zich onzeker over zichzelf en hun partner. Ze hangen erg aan hun partner en willen het liefst al hun emoties en gedachten met hem/haar delen. Ze denken erg veel na over hun relatie en hebben veel behoefte aan bevestiging en aandacht. Deze mensen hebben vaak last van verlatingsangst en onredelijke jaloezie.
- Bij mensen met een gedesorganiseerd hechtingstype zie je in relaties een patroon van aantrekken en afstoten. Deze mensen willen graag contact en nabijheid, maar schrikken daarvoor terug op het moment dat intimiteit en betrokkenheid getoond en verwacht worden.
Hechtingstypen kunnen veranderen
Wanneer iemand als kind onveilig gehecht is, kan hij/zij in de volwassenheid alsnog veilig gehecht raken aan een partner wanneer deze partner ook veilig gehecht is. Mensen die als kind al veilig gehecht waren, verliezen die basis meestal niet, al kan een relatie met een onveilig gehecht persoon diegene wel wat veranderen. Hechtingstypen spelen een rol in relaties, en verklaren bepaalde gevoelens, gedachten en gedragingen. Een hechtingstype bepaalt echter niet voor 100% of een relatie succesvol zal zijn of niet. Wie zijn/haar onzekere hechtingsstijl wil veranderen, heeft allerlei mogelijkheden tot verbetering. Men kan bijvoorbeeld in therapie leren om bindingsangst die voortkomt uit onveilige hechting, te verminderen. Relatietherapie/relatiecoaching kan onder andere helpen om partners te leren elkaars signalen beter te begrijpen en herkennen. Voor relatietherapie/relatiecoaching kunt u terecht bij een psycholoog van Direct-psycholoog..
Geschreven door Emmy van der Peet, psycholoog.
Meer informatie
Vraag naar de mogelijkheden bij één van de praktijken van Direct-psycholoog in
Drachten,
Heerenveen of
Zwolle. Wij helpen u graag verder.