Ook kinderen kunnen in hun dagelijks leven vastlopen op verschillende gebieden waarbij psychologische hulp hen kan helpen. Bij kinderen wordt altijd rekening gehouden met hun leeftijd. Dit wordt gedaan om twee redenen. Ten eerste om te bepalen welke benaderwijze begrijpelijk en prettig is voor een kind. De tweede reden is dat leeftijd belangrijk is bij het beoordelen of klachten gezien moeten worden als passend bij een normale ontwikkeling op die leeftijd, of als niet passend en daarom een probleem.
Psychologische problemen bij kinderen zijn vaak te herleiden tot stemmingsklachten en angstklachten. Bij angstklachten wordt eerst gekeken of ze horen bij een normale angstontwikkeling passend bij de leeftijd. Angst voor dieren bijvoorbeeld is heel normaal bij kinderen tussen twee en zes jaar. Is een kind echter elf jaar oud en nog steeds extreem bang voor dieren, dan wordt het niet meer gezien als passend bij een normale ontwikkeling en kan een behandeling door een psycholoog helpen. Er zou in een dergelijk geval bijvoorbeeld sprake kunnen zijn van een fobie.
Veelvoorkomende angstklachten bij jonge kinderen zijn: angst om gescheiden te worden van ouders (separatieangst), schoolangst, paniekaanvallen en fobieën.
Bij stemmingsklachten bij kinderen denkt men vaak aan somberheid. Toch is dat niet altijd het belangrijkste symptoom. Er zijn allerlei soorten symptomen die wijzen op stemmingsproblematiek bij kinderen; bijvoorbeeld vermindering van plezier, gewichtsvermindering of -toename, slaapproblemen, vermoeidheid, buikpijn, minder goed kunnen concentreren, minderwaardigheidsgevoelens of gedachten over de dood.
Omdat jonge kinderen vaak nog niet zo goed zelf kunnen uitleggen dat ze ergens last van hebben kan het soms heel moeilijk zijn om erachter te komen wat er aan de hand is. Problemen uiten zich dan bijvoorbeeld meer in slaapproblemen, opvoedingsproblemen, slechtere schoolresultaten, zindelijkheidsproblemen (bijvoorbeeld ontlasting ophouden of het juist op ongepaste plaatsen doen), vermoeidheid, enzovoorts. Dit zijn vaak de aanwijzingen waardoor ouders zich zorgen gaan maken en met het kind bij de psycholoog komen. Deze zal door middel van gesprekken met zowel de ouders als het kind proberen om de klacht helder te krijgen. Kinderen geven vaak een ander probleem aan dan de ouders. Zo kunnen kinderen aangeven dat ze vooral problemen ervaren op sociaal gebied of met betrekking tot hun gevoel, terwijl ouders vooral problemen ervaren met betrekking tot het (soms onhandelbare) gedrag van hun kind. Zoals eerder gezegd zijn niet alle kinderen oud en vaardig genoeg om uit te leggen wat hun probleem is. In dat geval kijkt de psycholoog bijvoorbeeld naar hoe een kind is in het contact met de ouders en met de psycholoog zelf, en hoe hij/zij zich gedraagt tijdens het spelen, enzovoorts. Zulke observaties kunnen de psycholoog belangrijke informatie geven.
De klachten van kinderen zijn vaak gebonden aan het gezin en het sociale netwerk waarin ze zich bevinden. Daarom worden ouders vaak betrokken bij de behandeling van het kind.
Zo kunnen angstklachten en stemmingsklachten bij kinderen ontstaan of verergeren doordat ouders verkeerde opvoedtechnieken hebben. Ze stellen bijvoorbeeld te hoge eisen aan hun kind of zijn juist te beschermend. Ook in gezinnen waarin niet gepraat kan of mag worden over gevoelens ontstaat vaak angst- en/of stemmingsproblematiek.
Vaak is het zo dat ouders niet degene zijn die de angstklachten bij hun kinderen hebben veroorzaakt. Maar zij houden ze vaak wel in stand ondanks hun goede bedoelingen. Angstige ouders kunnen hun kind wel proberen gerust te stellen, maar als het kind ziet dat de ouders bang zijn, zal het zelf ook angstig blijven. De voorbeeldrol van de ouders is erg belangrijk, waarbij wat ze doen vaak meer invloed heeft dan wat ze zeggen.
Welk traject wordt ingezet bij een kind is heel erg afhankelijk van de leeftijd van het kind en de problemen die er spelen.
Bij heel jonge kinderen zullen vaardigheden vooral spelenderwijs worden aangeleerd en zal er met beloningssystemen worden gewerkt. Ook zal er bij deze jonge kinderen veel nadruk liggen op de rol van ouders.
Bij oudere kinderen kan er met cognitieve therapie worden gewerkt. Zo kan er worden gekeken naar irreële negatieve gedachten van kinderen over zichzelf of anderen, waarbij hun wordt aangeleerd om hier op een reëlere manier naar te kijken.
Bij angst kan ook exposure worden toegepast. Hierbij wordt het kind, heel geleidelijk en in kleine stapjes blootgesteld aan hetgeen waar hij/zij zo bang voor is (bijvoorbeeld een spin) om te leren dat er niets gevaarlijks of engs gebeurt. Uiteraard wordt dit eerst heel goed voorbereid en vooraf besproken met het kind zodat het een helpende behandeltechniek wordt, en geen traumatische ervaring. Ook ontspanningsoefeningen kunnen hierbij nuttig zijn.
Kinderen beschikken vaak over een goed aanpassingsvermogen en hebben een relatief grote veerkracht. Doordat ze nog volop in ontwikkeling zijn hebben ze veel mogelijkheden om nieuwe vaardigheden aan te leren en oude gewoontes af te leren. In de behandeling staat dan ook niet de kwetsbaarheid van kinderen centraal, maar hun eigen kracht, creativiteit en weerbaarheid om te overleven in moeilijke omstandigheden.
Ons afsprakenbureau is telefonisch 0513-48 58 55 en per chat bereikbaar op maandag t/m vrijdag van 8.45 tot 17.00 uur.
Wanneer u contact zoekt buiten deze tijden kan u ons mailen op info@direct-psycholoog.nl dan nemen wij op zeer korte termijn contact met u op. U kunt ook het contactformulier invullen.